Posts tonen met het label Fiscus. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Fiscus. Alle posts tonen

donderdag 13 oktober 2011

Wie administratief goed is, krijgt lekkers, wie onderneemt de roe.

Daarnet hoorde ik een klein berichtje op het nieuws: Heel wat regionale belastingkantoren zullen de komende jaren sluiten en de ambtenaren zullen verhuizen naar modernere gebouwen. OP zich niet zo wereldschokkend. Bij wijze van achtergrondinformatie werd ook meegegeven dat er steeds minder belastingplichtigen op bezoek gaan bij de fiscus met de vraag om hulp. Dat verbaasde mij een beetje. Tot ik de cijfers hoorde: Een daling van 1 miljoen (!!!!) mensen naar 900.000 die om hulp vroegen bij het invullen van hun belastingbrief.

Als je dan weet (heb ik snel even opgezocht) dat er in België 6 miljoen mensen hun belastingbrief moeten indienen, dan is het een gigantische proportie van de mensen die dit niet alleen kunnen. Vooral als je dan ook bedenkt dat er ook nog veel mensen zijn die beroep doen (al dan niet in het zwart, o ironie) op een (amateur-)boekhouder, dan merk je toch wel dat er iets fundamenteel mis is met die belastingsaangifte.

Hoewel mijn intelligentie volgens verschillende soorten testen niet extreem laag is, slaag ik er niet in om de aangifte te ontcijferen. En, eerlijk gezegd, ik heb er ook niet veel zin in. Dat brengt ons een beetje bij de kern van mijn probleem met het huidige systeem van belastingaangifte: Wie tijd heeft/neemt om zich er in te verdiepen, kan er veel voordeel mee doen.

Wie dus met andere woorden zijn tijd NIET besteedt aan ondernemen, zorgen voor anderen, huishouden, verkopen, bijleren, enz. maar wél aan administratie, die wordt beloond. Wie dus meerwaarde creëert, wordt gestraft. Wie de procedures uitvlooit wordt beloond.

Omkering aller waarden, noemde Nietzsche dat.

Jakkes.

dinsdag 28 juni 2011

Met de vakantie in het vooruitzicht, een berichtje aan de fiscus

Twee maanden vakantie in het vooruitzicht. Velen van ons zullen dan ook niet kunnen ontsnappen aan het obligate bezoek aan het pretpark. Voor sommigen een hoogtepunt van het verlof, voor anderen een daad waarvoor ze een ereteken voor moed en zelfopoffering verwachten.

Een vijftal jaar geleden overviel het me voor de eerste keer: de andere kijk op het pretpark. Ik bedoel het volgende: Net zoals ieder kind was een pretpark voor mij iets magisch, het ultieme plezier. Als puber vond ik het maar een 'commercieel gedoe' en begreep ik dan ook niets van de andere 16-jarigen die met hun vriendinnetje op stap gingen naar Walibi ofzo. Eens student, verdween de magie een beetje: Pretparken zijn geen bron van emotie. Ze laten me koud. Dat gevoel ('t is te zeggen, de afwezigheid ervan) bleef een tijdje duren.

Dat was zo tot een jaar of vijf geleden. Opeens drong het bij een pretparkbezoek tot me door wat een gigantisch bedrijf zoiets eigenlijk is. Enerzijds zo overweldigend en overdonderend, anderzijds zo eenvoudig. Het pretpark moet tot in de puntjes verzorgd zijn: de details maken of kraken de belevenis. Decors en attracties zijn gemakkelijk onder controle te houden, de grote uitdaging zijn de medewerkers: Pretparken als Disneyland en Bellewaerde slagen er in hun medewerkers vrolijk en opgewekt hun rol te laten spelen. Dat lijkt me een hele uitdaging, zeker als je rekening houdt met de repetitieve aard van het werk, de relatief lage verloning en heel dikwijls het tijdelijk karakter. Maar toch, het moet in orde zijn: een slechtgezinde attractiebediende kan er voor zorgen dat gans de magie van het pretpark verknald wordt.

Als je het zo bekijkt, zijn de pretparken voor mij best practices van HRM. HR voor gevorderden, als het ware. Dat verdient een studiereis.

Zo, nu dit berichtje gepubliceerd is, kan ik zonder bezwaar mijn kosten voor pretparkbezoek inbrengen.