maandag 11 juli 2011

Toch een DNA-test nodig?

Ik geef toe, ik ben nogal slordig. Om precies te zijn: Ik ben de slordigste mens die ik ken. Maar er zijn nuances: Op professioneel vlak ben ik eigenlijk helemaal niet slordig of nonchalant: Een deadline heb ik nog nooit gemist, rapporten die ik afgeef zijn steeds heel erg doordacht en uitgebalanceerd, mijn hemden zijn steeds netjes gestreken als ik klanten bezoek, ...

Maar hoe privater de aangelegenheid, hoe slordiger ik word. Persoonlijke administratie is een ramp, mijn bureau thuis ziet er uit alsof het een stapelruimte is voor spullen die klaar staan om naar het containerpark te voeren, mijn vrije tijdskleren liggen overal in huis, ... Ik kan hier gewoon niet aan doen. Ik geniet niet alleen niet van een opgeruimd huis of kantoor, ik zie het verschil letterlijk niet. Om het te testen, kijk ik tijdens het schrijven van deze blog even rond. Ik merk pas nu dat ik zit te typen aan een niet afgeruimde ontbijttafel. Sommige mensen worden daar nerveus van. Ik niet. Zolang ik deze slordigheid beperk tot mijn private levenssfeer, is dat geen enkel probleem, denk ik zo.

Vanmorgen vroeg Casper een serviette omdat zijn handen vuil zouden worden. En ook eentje voor 's middags op kamp zodat zijn handen ook daar niet vuil worden. En ook vroeg hij of hij mocht 'kruimeldieven, want er liggen kruimels op mijn stoel'.

Tot nu heb ik nooit getwijfeld aan de genetische band tussen mij en mijn zoon. Maar nu wordt dat vertrouwen toch wel héél erg op de proef gesteld.

Geen opmerkingen: