dinsdag 28 juni 2011

Met de vakantie in het vooruitzicht, een berichtje aan de fiscus

Twee maanden vakantie in het vooruitzicht. Velen van ons zullen dan ook niet kunnen ontsnappen aan het obligate bezoek aan het pretpark. Voor sommigen een hoogtepunt van het verlof, voor anderen een daad waarvoor ze een ereteken voor moed en zelfopoffering verwachten.

Een vijftal jaar geleden overviel het me voor de eerste keer: de andere kijk op het pretpark. Ik bedoel het volgende: Net zoals ieder kind was een pretpark voor mij iets magisch, het ultieme plezier. Als puber vond ik het maar een 'commercieel gedoe' en begreep ik dan ook niets van de andere 16-jarigen die met hun vriendinnetje op stap gingen naar Walibi ofzo. Eens student, verdween de magie een beetje: Pretparken zijn geen bron van emotie. Ze laten me koud. Dat gevoel ('t is te zeggen, de afwezigheid ervan) bleef een tijdje duren.

Dat was zo tot een jaar of vijf geleden. Opeens drong het bij een pretparkbezoek tot me door wat een gigantisch bedrijf zoiets eigenlijk is. Enerzijds zo overweldigend en overdonderend, anderzijds zo eenvoudig. Het pretpark moet tot in de puntjes verzorgd zijn: de details maken of kraken de belevenis. Decors en attracties zijn gemakkelijk onder controle te houden, de grote uitdaging zijn de medewerkers: Pretparken als Disneyland en Bellewaerde slagen er in hun medewerkers vrolijk en opgewekt hun rol te laten spelen. Dat lijkt me een hele uitdaging, zeker als je rekening houdt met de repetitieve aard van het werk, de relatief lage verloning en heel dikwijls het tijdelijk karakter. Maar toch, het moet in orde zijn: een slechtgezinde attractiebediende kan er voor zorgen dat gans de magie van het pretpark verknald wordt.

Als je het zo bekijkt, zijn de pretparken voor mij best practices van HRM. HR voor gevorderden, als het ware. Dat verdient een studiereis.

Zo, nu dit berichtje gepubliceerd is, kan ik zonder bezwaar mijn kosten voor pretparkbezoek inbrengen.

Geen opmerkingen: